Afbeelding

Logeren

Column

Hij is drie, ik vierenzeventig. Hij mijn kleinzoon, ik zijn opa. Voor een lang weekend nemen wij de ouderrol weer op ons.

We hebben hem in bad gedaan, tanden gepoetst, luier om, in bed gelegd, verhaaltje gelezen. Kus. Alles rustig. Na tien minuten komt hij huilend de trap af: ‘Ik wil naar mama’. Gaat niet, die zit in het vliegtuig. Ik neem hem op mijn arm en leg hem terug in bed. Zijn iets ouder broertje heeft het gehoord en brengt hem zijn eigen grote beer als troost, maar hij blijft huilen. Ik ga naast hem liggen en probeer hem met mijn ademhaling rustig te krijgen. Dat lukt.

Terwijl ik met moeite niet zelf in slaap val, hoor ik hem eerst allerlei geluiden maken. Dan legt hij beer - even groot als hijzelf - naast zich neer. Met half open oog zie ik dat hij zijn vinger voorzichtig naar de bek van de beer beweegt, en precies op het moment dat die wil toehappen trekt hij geschrokken zijn hand terug.

Frank van de Poel